Eiwitten
Wat zijn eiwitten?
Een eiwit is een voedingstof, andere soorten voedingstoffen zijn vetten of koolhydraten. Een eiwit levert calorieën en aminozuren. Aminozuren zijn bouwstenen van eiwitten in je lichaam. Eiwitten worden ook wel eens proteïne genoemd.
Bronnen van eiwitten
In zowat alle voedingsmiddelen zitten eiwit. In het ene product meer dan het andere. Eiwitten komen voor in 2 verschillende producten: Dierlijke en plantaardige producten.
Onder plantaardige producten zijn:
- Brood
- Granen
- Noten
- Paddenstoelen
Er zijn ook dierlijke producten onder andere:
- Vlees
- Vis
- Melk
- Kaas
- Eieren
Vlees is het rijkst aan eiwit: 20% tot 30%. Vis scoort ook goed.
De eiwitkwaliteit per product verschilt. Die hangt af van hoe goed het lichaam het kan verteren en van de hoeveelheid essentiële aminozuren.
Eiwit als bouwstof
Weefsels in het lichaam zijn opgebouwd uit cellen. Alle cellen bevatten eiwit, bijvoorbeeld spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Een volwassene bestaat gemiddeld voor 12 kilo uit eiwit. Het lichaam bouwt dit eiwit op uit aminozuren. Vooral bij kinderen wordt veel weefsel opgebouwd. Er is ook eiwit nodig voor bestaande cellen. Die vernieuwen zich namelijk steeds. Daarbij breekt het lichaam eiwit af om dit door nieuw eiwit te vervangen. Zo verwijdert het lichaam onder andere beschadigd eiwit beschadigd eiwit, dat tot een verstoorde celfunctie en celgroei zou kunnen leiden. Het lichaam gebruikt de aminozuren uit het afgebroken eiwit om nieuw eiwit op te bouwen, maar daarbij gaan ook aminozuren verloren.
Energie
Eiwit levert energie: per gram 4 kilocalorieën. Het lichaam kan aminozuren uit eiwit in eten of uit de spieren omzetten in glucose. Dat gebeurt vooral als het over te weinig glucose beschikt. Bijvoorbeeld wanneer je heel lang niets hebt gegeten, of als je heel weinig koolhydraten eet. Maar ook als je meer eiwit eet dan je lichaam nodig heeft.
Krachtsporters
Duur- en krachtsporters hebben wat meer eiwit nodig. Het gaan om sporten waarbij de ontwikkeling van spierkracht centraal staat, zoals bodybuilding, kogelstoten en gewichtheffen. Deze sporters krijgen vanzelf meer eiwit binnen, doordat zij ook meer zullen eten dan een gemiddeld persoon. Krachtsporters hebben circa 1,7-1,8 gram per kilo lichaamsgewicht nodig. Dat is per kilo lichaamsgewicht 0.4 tot 1 gram extra in vergelijking met een gemiddelde volwassene. Toch hebben krachtsporters geen speciale eiwitrijke voedingsmiddelen of preparaten nodig. De meeste mensen krijgen al meer eiwit binnen dan ze nodig hebben. Bovendien eten sporters meer omdat ze meer energie verbruiken. Daardoor krijgen ze automatisch meer eiwit binnen. Ook speciale sportdranken met kleine hoeveelheden eiwit zijn niet nodig. Deze sportdranken kunnen in combinatie met voldoende koolhydraten wel bijdragen aan een wat sneller herstel.
Scheikundige structuur van eiwitten en aminozuren
Elk eiwit bestaat uit ketens van aminozuren. In ons voedsel kunnen er 22 soorten aminozuren zitten. Elk eiwit is uniek, dat heeft te maken met de samenstelling, volgorde en structuur. Hierdoor is elk eiwit uniek. Een aminozuur is opgebouwd uit 3 soorten moleculen, dat zijn koolstof, zuurstof en stikstof. Soms komt er in een aminozuur ook zwavelmoleculen in voor.
Het lichaam kan zelf 13 van de 22 aminozuren zelf maken. De 9 andere aminozuren moet je binnenkrijgen via eten.
Maak jouw eigen website met JouwWeb