Mineralen

Wat zijn mineralen?

Mineralen zijn voedingstoffen dat in kleine hoeveelheden voorkomt in eten en drinken. Mineralen heb je nodig voor een goede gezondheid en voor je groei en ontwikkeling. Het lichaam  kan zelf geen mineralen aanmaken, mineralen moet je zelf binnenkrijgen via voedsel.

 

Welke mineralen heb je nodig

Het lichaam heeft verschillende soorten mineralen nodig:

  • Calcium
  • Magnesium
  • Fosfor
  • Kalium
  • Natrium
  • Chloor

 

Welke spoorelementen heb je nodig?

Het  lichaam heeft ook een paar soorten spoorelementen nodig:

  • ijzer
  • Koper
  • Jodium
  • Zink
  • Selenium
  • Mangaan
  • Molybdeen
  • Chroom
  • Fluoride

Welke mineralen en spoorelementen heb je nodig? En wat doen ze?

Mineralen:

Calcium: Calcium zorgt voor het onderhouden en de opbouw van botten het gebit. Het zorgt daarnaast ook voor de zenuwen en spieren

Magnesium: Magnesium zorgt voor de vorming van botten en spieren.

Fosfor: Samen met calcium zorgt het  voor stevigheid van de botten.

Kalium: Het helpt goed bij het behouden van een goede bloeddruk. Het speelt daarnaast ook een rol bij soepele spieren.

Natrium: Dit is nodig voor een goed evenwicht van de vochthuishouding van het lichaam, je hebt het ook nodig zodat je spieren goed kunnen samentrekken.

Chloor:  Ook dit mineraal heb je nodig voor je evenwicht van het vochthuishouding. Chloor komt ook voor in het maagzuur, dan noem je het zoutzuur.

Spoorelementen:

IJzer: Dit is belangrijk voor de hemoglobine, dat is een onderdeel van de rode bloedcellen. Deze rode bloedcellen vervoeren zuurstof naar de longen. Zuurstof is belangrijk voor het verbranden van voedingstoffen. Bij zo’n verbranding komt energie vrij. IJzer ondersteunt het immuunsysteem.

Jodium: Jodium is nodig voor het vormen van schildklierhormonen die zijn belangrijk voor de groei en stofwisseling. Daarnaast is jodium ook belangrijk voor het goed functioneren van het zenuwstelsel en ondersteunt de energievoorziening.

Koper: Koper zorgt ervoor dat ijzer wordt vastgelegd aan de hemoglobine, het speelt ook een kleine rol bij het zuurtransport in het lichaam. Koper is ook belangrijk voor de weerstand in ons lichaam.

Zink: Zink speelt een rol bij verschillende processen. Het helpt je lichaam bij het maken van eiwitten. Zink helpt het immuunsysteem om virussen en bacteriën te bestrijden. Het speelt ook een belangrijke rol bij het aanmaken van botten.

Selenium: Gaat de vorming van schadelijke stoffen in het lichaam tegen. Zo maakt selenium zware metalen die via het lichaam binnenkomen minder giftig maken.

Mangaan: Dit mineraal is nodig voor de vorming van botweefsel. Daarnaast is mangaan betrokken bij de stofwissel van aminozuren, cholesterol en koolhydraten. Het helpt ook bij bescherming van lichaamscellen.

Molybdeen: Molybdeen bestaat uit verschillende enzymen. Deze enzymen zorgen voor afbraak en opbouw van eiwitten in het lichaam.

Chroom: Het is nodig voor de werking van insuline en het houd het bloedsuikergehalte in de gate. Het speelt ook een rol bij vetstofwisseling.

Fluoride: Dit is nodig voor opbouw van tanden en botten. Fluoride verstevigt de structuur van de botten, waardoor botten heel sterk zijn. Het beschermt de tanden ook tegen tandbederf.

Maak jouw eigen website met JouwWeb